“Een zee van geluk en intens verdriet”

Het groene water,
een zee vol hartstocht waarin je kan zwemmen en verdrinken,

een zee vol passie waarin je gemakkelijk weg kan zinken.
Een zee van hoge golven die geen begin of einde kennen,
zij kan voor deze alles verslindende golven niet wegrennen.

Een troebele zee van geluk en intens verdriet,
een troebele zee zodat je het verdriet bijna niet ziet.
Zij draagt veel geheimen met zich mee,
verlangt nu naar een rustig kabbelende zee.

Op zoek naar het geluk dat ze zo verdient,
het groene water wordt weer helder bij die ene echte vriend.

“Onontkoombaar verdriet”

Een jonge vrouw worstelt met haar gevoelens omtrent haar relatie,
het ene moment gekoesterd, het andere moment uit de gratie.

De momenten van geluk worden nu vaker overspoeld door pijn en verdriet,
in het begin van de relatie was dit dilemma er nog niet.

Angst en verdriet werden door hoop en vergeving gecompenseerd,
maar is een breekbare muur die in de loop van de tijd is verweerd.
De periodes van angst en pijn komen nu vaker en langer voor,
dit heeft zij inmiddels na jaren van ondervinding wel door.

De wederkerende momenten van spijt maken het niet meer goed,
hoop en vergeving is iets wat het eenvoudig niet meer doet.
Haar gedachten draaien in een cirkel zonder uitweg rond,
zij is nu heel duidelijk geestelijk ernstig gewond.

Verschuilen achter een muur van hoop en vergeving werkt niet meer,
er is haar nu te vaak pijn gedaan, keer op keer.
Heel langzaam beseft ze dat zij haar man moet verlaten,
maar uit angst durft zij daar met niemand over te praten.

Heel voorzichtig tuurt zij vanuit de duisternis naar het licht,
eindelijk neemt ze de moedige stap, heel doelgericht.