Kunst maken is voor mij een manier om mijn gevoel te uiten. Mijn ervaringen en gevoelens weergeven in een stuk steen.
Ik heb een jeugd gehad vol met geweld en misbruik waardoor je op alle mogelijke manieren beschadigd bent. Die beschadigen vorm geven in een stuk steen is voor mij een hele prettige manier.

Praten is voor mij nog steeds heel moeilijk,zeker als het over gevoel gaat. Geweld is min of meer een rode draad in mijn leven gebleven. Zo kom ik nu net uit een relatie van huiselijk geweld.
Dat ik een jaar of 5 geleden door therapie in aanraking kwam met speksteen ben ik daar voor mezelf mee verder gegaan.

Ik ben een vrouw van 50 jaar en in het verleden seksueel misbruikt, niet als kind maar vanaf mijn 19e. Na tweemaal een intensieve traumabehandeling te hebben gevolgd, de laatste vorig jaar, ben ik volgens de PTSS klachten scorelijst ‘genezen’. Van seksueel misbruik kun je volgens mij niet spreken van genezen zijn, hoogstens van ‘ermee hebben leren leven’. Ik ondervind nog immer de gevolgen en daar gaan mijn schilderijen over.

Ik wilde iets uitbeelden wat er aan de buitenkant krachtig uitziet maar wat binnenin zwaar beschadigd is. Ontdaan van de ziel, ontdaan van het bestaansrecht.
Heb daarom een kunstwerk gemaakt van ongeveer 350 blokjes hout in circa 60 houtsoorten. Iedere houtsoort heeft zijn eigen kleur, zijn eigen tekening en kracht. Naar het midden toe worden de houtsoorten lichter, maagdelijk wit van de ziel en daar waar de ziel zou moeten zitten, zit een gat met daaromheen hout met alleen maar littekenweefsel. De rest laat zich raden.

Bijgaand nog wat foto’s van het maken van het kunstwerk.
De diameter is ca 1,4m, de dikte 4,5cm en het gewicht in de buurt van de 50kg. Alle blokjes hout zijn afkomstig van restmateriaal. Er zitten schuttingplanken bij, vlonderplanken, stukken aanrecht, weidepalen, parket, oude kozijnen, aanmeerpalen, beschoeïngsplanken. Alle blokjes hout hebben de kleur van het hout zelf. Aan de achterkant van het kunstwerk zie je de onbewerkte stukken hout.

Een vrouw die eindelijk leeft. Een vrouw die misbruikt en mishandeld is door haar eigen moeder.
De vader praatte het gedrag van de moeder goed. Ze wist zelf niet dat het verkeerd was. Ze was zo opgegroeid. Het was zoals het was.

Aan de buitenkant klopte alles: Het perfecte gezinnetje. Ze haalde goede cijfers op de basisschool. Ze kon naar het VWO. Signalen waren er wel. Ze werd een “standbeeld” genoemd als ze weer eens bevroor op het schoolplein. Maar ze was ook netjes gekleed. Welbespraakt en gemanierd. Ze had nu eenmaal te veel fantasie, vertelde haar ouders regelmatig aan haar en aan anderen. In de pubertijd kwam verwarring. Ze twijfelde aan haar leven thuis maar was ook loyaal. Ze begreep het niet en wist niet hoe ze moest praten. Ze weet het aan zichzelf. Ze werd jong moeder op haar 19e. Steeds meer verwarring. Vage beelden. Gevoelens. Verre emoties. Alles in stukjes opgedeeld.

Zoals een puzzel. Een grote puinhoop stukjes, zonder enige overzicht. Ze kon het niet begrijpen omdat ze het niet kon vertellen. Ze wist geen woorden. Ze was niet dom. Ze beheerste de taal heel goed. Maar ze wist gewoon geen woorden voor wat haar gebeurde. Ze kende geen woorden voor de mishandelingen en het misbruik dat ze meegemaakt had. Ze ontsnapte in een fantasie wereld. Ze sloot haar lijf af en voelde geen pijn. Ze was er vaak wel, maar toch ook weer niet. Op den duur kon ze ook niet huilen. Niet boos worden. Ze was ook zelden echt blij. Wat ze wel kon was zichzelf aanpassen. Aanpassen aan wat ze dacht dat van haar verwacht werd.

Haar enige middel om haar gevoel uit te drukken was kunst. Tekenen. Lijnen op papier zetten. Met potlood. Met olie-pastel. De lijnen uitwerken. Niet nadenken. Gewoon doen. Dat was haar stem. Haar weg naar betere hulp. Haar weg naar erkenning en herkenning. Haar weg naar woorden. Haar verhaal.

Ik ben Maartje Sofia. Ik ben mijn hele jeugd aan het overleven geweest. Tot ik er zelf een eind aan maakte op mijn 25ste. Toen ik de stap durfde te zetten om te breken met mijn familie. Te vluchten met mijn dochter. Toen had ik de woorden. Woorden om te vertellen dat ik hulp nodig had. Woorden die tot leven zijn gekomen, dankzij onder andere de kunst. Kunst waarmee je woordeloos emoties kunt delen.

Nu gaat het goed met mij. Natuurlijk ervaar ik nog regelmatig de gevolgen van mijn jeugd. Maar ik kan huilen als ik verdrietig ben. Boos zijn en dit goed in zetten. Lachen, zomaar spontaan uit het niets. Doen waar ik zelf zin in heb want ik heb tegenwoordig een eigen mening. Ik zet mijzelf ook in voor andere vrouwen. Vrouwen die nog geen stem hebben op diverse manieren.

Hier zou ik graag een aantal van mijn tekeningen delen. In de hoop dat het woordeloos iemand kan helpen. In de hoop dat het woordeloos iemand inzicht kan geven. Iemand die het ook meegemaakt heeft. Iemand die iets anders meegemaakt heeft. Iemand die wilt helpen en zich beter wilt inleven misschien. Iemand, wie dan ook.
Soms zijn woorden niet genoeg. Soms zijn woorden alles. Kunst is de plek er tussen in.

Mijn naam is Marilyn van Raaij, een 35 jarige Zwolse en de ene helft van het Zwolse kunstkoppel.
Mijn “band” met geweld is dat ik een relatie van 5,5 jaar achter de rug heb waarin veel huiselijk geweld, in alle vormen, voor kwam.

Na deze 5,5 jaar ben ik in een zeer diep dal terecht gekomen.
Het verwerken van alles viel me zeer zwaar… Na enige tijd kreeg ik een nieuwe relatie met een hele lieve man.. Iets wat mij op dat moment vreemd was als het een relatie betrof.
Gelukkig bezat hij veel geduld en rust. Samen hebben we flink wat mee gemaakt omtrent de verwerking van mijn vorige zeer heftige relatie.

Alles bij elkaar heb ik toch wel 10 jaar nodig gehad om de ECHTE Marilyn weer terug te vinden.
Mijn partner en het maken van kunst heeft mij hier heel erg bij geholpen. Ik creëerde rust in mijn innerlijk en van daaruit ontstond er een hele vrolijke kleurrijke wereld waarin ik op leefde en die mij energie gaf. Een wereld die ik een ieder zo gun! Kleuren kunnen namelijk erg veel voor mensen betekenen. Mijn wens is dan ook om mijn met kunst de wereld een stukje mooier te maken.

Graag nodig ik u uit om dit zelf te ervaren.

Jos Debije, geboren op 11 oktober 1963 wonende te Zwolle.

Sinds een kleine twee jaar als autodidact de kwast opgenomen om mijn gedachten en beelden, op mijn geheel eigen wijze, aan het doek toe te vertrouwen.

Na een redelijk bewogen leven, mijn rust gevonden bij mijn partner die heel direct betrokken is geweest bij huiselijk geweld. We zijn samen door het proces gegaan om haar huiselijk geweld verleden, een plek te geven.

Ik schilder veelal in vrolijke kleuren en ongedwongen taferelen, laat ik mijn hart spreken en mijn fantasie de vrije loop en zo ontstaat een creatie die, naar mijn wens, bijdraagt aan een iets heldere, vrolijke wereld. Een wereld zoals die zou moeten zijn….
Jos Debije…..aangenaam !

Vinnie Nauheimer heeft uitgebreid geschreven over het onderwerp seksueel misbruik binnen de (katholieke) kerk. Zijn artikelen, gedichten en schilderijen zijn te vinden op websites over de hele wereld. Hij is de auteur van Epistles on Clergy Abuse; hierin staan op chronologische volgorde de brieven die hij in 8 jaar tijd heeft gestuurd naar bisschoppen om het seksueel misbruik door katholieke priesters aan de kaak te stellen.

Hij heeft een boek met gedichten geschreven: Silent Screams (Stille Schreeuw). Ook het toneelstuk ‘The Predator wore a Collar’ is van zijn hand. Zijn kruistocht tegen seksueel misbruik door priesters binnen de katholieke kerk, begon in 1998 toen hij de priester van zijn pastorie wilde laten verwijderen omdat deze heeft geprobeerd zijn zoon te molesteren in zijn eigen huis. Uiteindelijk is de priester uitgetreden in 2004. Sindsdien heeft Vinnie vele overlevenden geholpen met zijn kunstwerken en schrijfwerk.

In 1972 ben ik op de Veluwe ter wereld gekomen. Ik ben zeer gelukkig met Ron getrouwd en heb twee fantastische zonen!

In mijn verleden heb ik meerdere malen te maken gehad met huiselijk geweld in verschillende vormen.
Dit heeft mij anders naar mijzelf doen kijken en ik kan met grote stelligheid zeggen dat ik er een sterker en mooier mens door ben geworden.

Ik ben geen slachtoffer, ik ben Simone, een mens…

Ik heb altijd graag getekend. De noodzaak van het tekenen is echter toegenomen door de vele ervaringen met geweld. Ik troost mezelf met papier en krijt. Het liefst trek ik me terug in mijn binnenwereld, waar het veilig is. Tekenend gaat alles weer stromen. Ik word er blij van. Het is bevredigend en verrijkend als er iets moois uit mijn handen komt en ik iets moois tegenover de lelijkheid in de deze wereld heb gezet.

Ik heb er dertig jaar voor nodig gehad het juk van mijn jeugd van me af t werpen. Het is frustrerend dat ik telkens op wrede wijze uit mijn teken-bel getrokken word door uitkeringsinstanties die met hun vuile rapporten, stigmatisering en dreigbrieven dat juk steeds weer terug op mijn schouders leggen. Niemand schijnt te snappen hoe de dreigementen van de overheid oude wonden steeds opnieuw openrijten. Tekenen voelt dan wel eens als dweilen met de kraan open.

Maar ik heb stille hoop dat de Sprookjes van Sabine het gaan winnen.

Ik ben op 2 juli 1963 geboren te Monrovia in Liberia en heb het schilderen 5 jaar geleden ontdekt en ben autodidact. Op een zonnige vrijdag was ik onderweg van Duitsland naar Nederland en besloot in Duitsland mijn eerste verf spullen te kopen. De volgende dag ben ik gaan schilderen en mijn vrouw Simone was onder de indruk.

Zij heeft mij gestimuleerd om daarmee door te gaan. Mijn vrouw is later ook inspiratie voor een aantal van mijn werken en gedichten geweest. In de partnerkeuze had zij in het verleden geen geluk.
Zij heeft mij haar verhaal verteld van de mishandelingen, het stalken, de angst die daarmee gepaard gaat en het onbegrip dat daarbij hoort.

Dit heeft mij dermate emotioneel geraakt dat ik wel een aantal schilderijen en gedichten daarover moest maken! Feitelijk zijn de schilderijen een weergave van haar gevoelens en emoties van die tijd.
Toen Esther mij vroeg of ik met die schilderijen en gedichten mee wilde doen, twijfelde ik daar geen moment aan. Het is goed en noodzakelijk om dit onder de aandacht te brengen.